sieren

Vertalingen

sieren

aufputzen, ausputzen, schmücken, verzierendecorate, adorn, ornamentdécorer, orner, parer (ˈsirə(n)Ç)
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd sierde , voltooid deelwoord heeft gesierd
mooi maken Bossen, weiden en windmolens sieren het landschap.
het is in iemand te prijzen dat... Dat ze ondanks alles heeft volgehouden, siert haar.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.