praktijk
Praktik, Praxis, Übungpractice, clientèlepratique, clientèle, cabinet, pratiques, étudeمـُمَارَسَةpraxepraksisεξάσκησηprácticakäytäntöpraksaabitudine練習실행vanepraktykapráticaпрактикаpraktikการฝึกฝนpratikthực tiễn实践практика實踐 (prɑkˈtɛik)
zelfstandig naamwoord meervoud -en1. meervoud g.mv.theorie zoals de werkelijkheid zich voordoet
pratique vrouwelijk Op papier ziet het er allemaal prachtig uit, maar in de praktijk valt het nogal tegen. Sur le papier, tout cela a l'air magnifique, mais dans la pratique ce n'est pas tellement ça. idealen in de praktijk brengen door in een ontwikkelingsland vrijwilligerswerk te gaan doen mettre ses idéaux en pratique en allant faire du bénévolat dans un pays en voie de développement 2. bedrijf van iemand in een vrij beroep
cabinet mannelijk dokterspraktijk cabinet médical Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.