paar

Thesaurus
Vertalingen

paar

(par)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud paren
1. tweetal dat bij elkaar hoort een paar schoenen bruidspaar
2. enkele iets een paar keer opnieuw proberen

paar

pair, couple, duo, even, geminatepaire, couple, pair, quelques, ménagepaioزَوَجٌpárparPaarζεύγοςparpariparひと組한 쌍parparaparпараparคู่çiftđôi一对 (par)
bijvoeglijk naamwoord
(van een getal) deelbaar door twee
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.