paal
Stange, Pfahl, Barre, Pfeiler, Pfosten, Staket, Zaunpfahl, Lattepole, post, rod, stake, stanchion, hardpoteau, barre, barreau, bâton, échalas, gaule, perche, pieu, borne, mât, tringle, étaipalo, porra, postemarcire, verga, polo, postaعَمُودkůl, tyčpælκολώνα, πάσσαλοςpaalu, seiväskolac, motka柱, 棒기둥, 장대påle, stolpedrąg, stojakmastro, poste, póloкол, шестpost, stolpeเสา, เสาหลักdirekcọc杆, 柱子, 极Полюс極 (pal)
zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud palen langwerpig voorwerp dat rechtop in de grond staat
poteau mannelijk lantaarnpaal réverbère heipaal pilot kilometerpaal borne kilométrique zorgen dat een onaangenaam verschijnsel zich niet uitbreidt
mettre un frein à dat is volkomen zeker
c'est sûr et certain Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.