opfrissen

Thesaurus

opfrissen:

verfrissenverkwikken, verlevendigen,
Vertalingen

opfrissen

(ˈɔpfrɪsə(n))
enkelvoud onvoltooid verleden tijd friste op , voltooid deelwoord heeft opgefrist
zorgen dat je paraat hebt wat je eerder hebt geweten
iemand aan iets herinneren

opfrissen

erfrischen, erquicken, frisch machen (sich)refresh, freshen uprafraîchir, rafraichir, se rafraîchirristorare, rinfrescarsiيُنْعِشُosvěžit (se)friske opφρεσκάρωarreglarse, refrescarsiistiytyäosvježiti新鮮にする말쑥하게 하다friske oppodświeżyćrefrescarосвежить(ся)fräscha till (sig)ทำให้สดชื่นขึ้นyıkanıp ferahlamaklàm tươi mới精神饱满 (ˈɔpfrɪsə(n))
werkwoord wederkerend
enkelvoud onvoltooid verleden tijd friste zich op , voltooid deelwoord heeft zich opgefrist
iets doen waardoor je je, bijvoorbeeld na een vermoeiende reis, weer prettiger voelt pas aan tafel gaan nadat je je even hebt opgefrist in de badkamer
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.