opbergen
bergen, einschließen, suspendieren, zurücklegenstow, putaway, storeserrer, enlever, ôter, enfermer, ranger (ˈɔbɛrxə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd borg op , voltooid deelwoord heeft opgeborgen
(iets wat je later weer wilt gebruiken) neerleggen op een plaats waar je er niet meteen bij kunt
ranger na de vakantie de kampeerspullen opbergen op zolder ranger les affaires de camping au grenier après les vacances een contract opbergen in een kluis ranger un contrat dans un coffre Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.