ongelijk
(ɔnxəˈlɛik)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud iets beweren dat niet klopt avoir tort
ongelijk
uneben, Unrechtbumpy, differenttort, accidenté, différent, inégal, inégalement, dissemblable, irrégulierdiferenteongelijk (ɔnxəˈlɛik)
bijvoeglijk naamwoord gelijk niet hetzelfde inégal/-ale différent/-ente twee balken van ongelijke lengte deux poutres de longueur inégale
een (wed)strijd waarbij de ene partij veel sterker is of een voordeel heeft une lutte inégale
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.