mis
(mɪs)
zelfstandig naamwoord meervoud -sen religie plechtige bijeenkomst in een katholieke kerk
messe vrouwelijk de mis van elf uur la messe de onze heures hoogmis grand-messe
mis
Messe, Gottesdienst, verkehrtmass, incorrect, wrong, messmesse, faux!, faux/fausse, raté, raté!difettoso, fasullo, infondato, messaقُدّاسُmšemesseλειτουργίαmisamessumisaミサ미사messemszamissaмессаmässaพิธีมิสซาayinlễ ban thánh thể弥撒 (mɪs)
bijvoeglijk naamwoord 1. fout, niet zoals het hoort pas comme il faut het is goed mis Ça va très mal!
<wat je zegt als je iets heel goed en indrukwekkend vindt> Ce n'est pas mal du tout!
2. raak niet in het doel
raté/-ée à côté misgrijpen se tromper <commentaar als iemand anders iets niet kon pakken>
raté! / à côté! Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.