midden
('mɪdə(n))
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud -s1. plaats die het verst van de buitenkant, van de randen is
milieu mannelijk In het midden van het dorp staat de kerk. l'église se trouve au milieu du village 2. tussen, omringd door au milieu de / parmi / entouré de
midden
Mitte, inmitten von, Mittel, in der Mittemiddle, amidst, among, average, inthemiddleof, mean, crown, midmilieu, centre, mi-, au milieu de, parmi, au (beau) milieu (de), entourage, fortmezzo, metàأَوْسَط, وَسَطُprostřednímidte, midterstμεσαίος, μέσηmedio, a mediados dekeski-, keskikohtasredina, srednji中央, 中間の중간, 중간의midt, midtreśrodek, środkowycentro, meioсередина, срединныйmitt, mitt-กลาง, ตรงกลางortachỗ giữa, giữa中间, 中间的中間 ('mɪdə(n))
bijwoord bij of in het midden
au milieu de midden op de dag en plein jour Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.