mat

Thesaurus

mat:

vloermatvloerkleed,
Vertalingen

mat

(mɑt)
zelfstandig naamwoord meervoud -ten
1. klein, stevig kleed om ter bescherming ergens op of onder te leggen
kleed bij de deur om je voeten te vegen
2. bij iemand moeten komen omdat je iets fout hebt gedaan

mat

matt, Matte, müdemat, tired, dull, dim, frostedterne, fatigué, las, d'un regard terne, faible, faiblement, mat, mat [échecs], opaque, paillasson, tapis, languissamment, languissant, sourdstuoia, opacoغَيْرُ لامِعtlumenýtristθαμπόςapagado, Mathaaleabezbojanくすんだ칙칙한mattposzarzałyopacoтемныйmattมัว ทึมsolukxỉn màu暗的 (mɑt)
bijvoeglijk naamwoord
1. niet enthousiast, een beetje moe mat reageren op een leuk voorstel
2. niet glimmend niet glanzend, maar mat geschilderd
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Collins Multilingual Translator © HarperCollins Publishers 2009
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.