loods
(lots)
zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud -en iemand die als beroep grote schepen veilig een haven in en uit leidt pilote (pilɔt) mannelijk-vrouwelijk het loodswezen le pilotage
loods
Lotse, Baracke, Bude, Hütte, Lagerhütte, Scheunepilot, barn, barrack, shack, shanty, shed, standbaraque, pilote, échoppe, kiosque, stand, hangarpiloto, prácticogranaio (lots)
zelfstandig naamwoord subentry vervalt als onderscheid tussen mannelijk, vrouwelijk en 'de' vervalt meervoud -en betrekkelijk groot, heel eenvoudig gebouw entrepôt (ɑ~tʀəpo) mannelijk opslagloods dépôt
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.