lof

Thesaurus
Vertalingen

lof

(lɔf)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud
witlof

lof

Berühmtheit, Glorie, Lob, Zichorie, Chicoréechicory, glory, fame, praise, renown, creditlouange, gloire, renommée, réputation, éloge, endive (de Bruxelles), compliment, chicon, endiveالهندبا البرّيّةescarolaendivia, escarola, elogioinsalata belga, radicchio, vantocykoriachicarolaέπαινοςпохвалаrosשבח찬양berömхвала (lɔf)
zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud
wat je zegt of schrijft om iemand te prijzen vol lof zijn over wat iemand heeft gedaan
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.