Vertalingen

lelijk

(ˈlelək)
bijvoeglijk naamwoord

1. mooi als je iets niet fijn vindt om te zien of te horen
erg lelijk

2. ongunstig lelijke dingen over iemand zeggen De toestand ziet er voor ons lelijk uit.

lelijk

häßlichugly, nasty, rottenlaid, vilain, mauvais, laidement, mal, salement, vilainement, ingrat, méprisable, piètre, mochefeiolaido, bruttoقَبِيحošklivýgrimάσχημοςfeorumaružan醜い못생긴styggbrzydkiуродливыйfulน่าเกลียดçirkinxấu xí丑陋的מכוער (ˈlelək)
bijwoord

heel erg je lelijk gestoten hebben
erg verkouden zijn

Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.