lijk
Leiche, Kadavercorpse, cadaver, bodycadavre, corpscadáverтрупsalmaجُثَّةmrtvolaligπτώμαruumisleš死体시체liktrupcadáverlikซากศพcesetxác chết尸体屍體הגופה (lɛik)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud -en lichaam van iemand die is overleden corps (kɔʀ) mannelijk formeel dépouille vrouwelijk mortelle (depujmoʀtɛl)
plotseling ontdekt probleem dat al langer bestaat un cadavre dans le placard
meedogenloos handelen être sans pitié
<dit zeg je als je van plan bent je tot het uiterste te verzetten> Jamais de la vie!
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.