korten

Thesaurus
Vertalingen

korten

ablassen, abrechnen, nachlassen, Rabatt gebencurtail, rebate, abbreviate, abridge, countdown, discount, shortenretrancher, abréger, déduire, raccourcirriduzione (ˈkɔrtə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd kortte , voltooid deelwoord
1.
voltooid deelwoord heeft gekort
(iemand) minder geven dan eerder iemand korten op zijn uitkering het korten van hulp aan ouders met een invalide kind
2.
voltooid deelwoord is gekort
korter worden In de winter korten de dagen.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.