koning

Thesaurus
Vertalingen

koning

('konɪŋ) mannelijk meervoud -en

koningin

Königkingroiβασιλιάς, ρήγαςкороль, царьمَلِكٌkrálkongereykuningaskraljrekongekrólrei, Kingkungพระเจ้าแผ่นดินkralvua国王Кралהמלך (konɪŋˈɪn) vrouwelijk meervoud -nen
zelfstandig naamwoord
1. iemand die aan het hoofd van een land staat en die opgevolgd wordt door een familielid
erg tevreden zijn
2. belangrijk stuk in het schaakspel De witte dame bedreigt de zwarte koning.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.