klont
Klumpen, Kloßlump, chunk, clodboule, morceau, caillot, grumeau, mottezolla, bloccoكُتْلَةٌhroudalunsσβώλοςbultomöykkyhrpa塊덩어리klumpgrudkamonte, pedaçoкусокklumpก้อนiri parçacục块 (klɔnt)
zelfstandig naamwoord meervoud -en1. een beetje (van iets)
morceau mannelijk een klont klei un morceau de terre glaise een klontje boter une noix de beurre 2. samengeplakt stukje in een vloeistof
grumeau mannelijk Ik lust die pap niet: er zitten klontjes in. Je n'aime pas ce porridge, il y a des grumeaux. Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.