kleineren

Vertalingen

kleineren

abaisser, déprécier, diminuer, dénigrer, humilierbelittle (klɛiˈnerə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd kleineerde , voltooid deelwoord heeft gekleineerd
zorgen dat iemand minder waard lijkt dan hij of zij is Mijn moeder zit me steeds te kleineren door te zeggen dat ik niet deug.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.