kajuit
Kabine, Kajüte, Kojecabincabine, cabine de bateaucabinacabinaالمقصورةκαμπίναкабинаcabinキャビン (kaˈjœyt)
zelfstandig naamwoord meervoud -en huisje op een boot
cabine vrouwelijk Ik wil een boot met een kajuit, zodat ik droog binnen kan zitten als het regent. Je cherche un voilier à cabine, de façon à être au sec quand il pleut. in de kajuit slapen passer la nuit dans la cabine kajuitjacht voilier à cabine Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.