invallen
(re)venir à l'esprit, commencer, entrer (dans), intervenir [musique], remplacer, s'écrouleroccur (ˈɪnvɑlə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd viel in , voltooid deelwoord is ingevallen
1. tijdelijk het werk overnemen (van een ander) remplacer au pied levé Ik val in voor een zieke medewerker. Je remplace temporairement un collègue malade.
2. plotseling beginnen commencer soudainement In de loop van de dag viel de dooi in. Au courant de la journée, le dégel a commencé soudainement.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.