heilzaam
bienfaisant, salutaire, salubrebeneficialbeneficiosoprospěšné유익한 (ˈhɛilzam)
bijvoeglijk naamwoord als iets goed voor je lichaam of geest is salutaire bénéfique een olie die heilzaam is bij pijn in je gewrichten une huile qui est bénéfique dans le cas de douleurs articulaires De vakantie heeft een heilzame uitwerking op mijn humeur gehad. Les vacances ont eu un effet bénéfique sur mon humeur.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.