grieven
ärgern, bekümmern, beleidigen, betrüben, kränken, Kummer bereiten, verdrießen, verletzenvex, abuse, afflict, annoy, causepain, causepainto, distress, givepainto, grieve, insult, offend, worryoffenser, chagriner, affliger, blesser, tourmentermolestare (ˈxrivə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd griefde , voltooid deelwoord heeft gegriefd
(iemand) erg beledigen offenser vexer Hij heeft me met zijn opmerking diep gegriefd. Il m'a profondément vexé par sa remarque.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.