goud
Goldgold, orororoзолото, златоذَهَبzlatoguldχρυσόςkultazlatooro金금gullzłotoouroguldทองaltınvàng金Златоזהב (xɑut)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud 1. duur metaal met een gele kleur
or mannelijk een ketting van goud une chaînette en or beslist niet
pour rien au monde Ik ga er voor geen goud heen. Je n'irai pas, pour rien au monde. Ik had dit voor geen goud willen missen. Je n'aurais pas voulu manquer cette occasion à aucun prix. 2. gouden medaille médaille vrouwelijk d'or voor goud gaan viser la médaille d'or
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.