geloof
Glaube, Religion, Glauben, Zuversichtbelief, faith, confidence, religion, trust, credencefoi, religion, croyance, confianceθρησκεία, πεποίθησηfe, creenciareligione, fedeاِعْتِقَادvíratrouskomusvjerovanje信頼믿음troprzekonaniecrençaвераövertygelseความเชื่อมั่นinançlòng tin信念 (xəˈlof)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud -loven1. overtuiging dat iets waar is of bestaat
foi vrouwelijk iets niet geloven
ne pas accorder de foi à quelque chose in het vertrouwen dat het waar is
de bonne foi 2. overtuiging dat er een opperwezen bestaat
foi vrouwelijk het katholieke geloof la foi catholique een geloof aanhangen pratiquer une foi je geloof belijden professer sa foi Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.