eenheid
Einheit, Einer, Einigkeitunit, unityunité, unanimité, moduleunidadelemento, meccanismo, semplice, unitàوَحْدَةjednotkaenhedμονάδαyksikköjedinica単一体단위enhetjednostkaunidadeединицаenhetหน่วยüniteđơn vị个体 (ˈenhɛit)
zelfstandig naamwoord vrouwelijk meervoud -heden1. hoeveelheid die je als standaard gebruikt om mee te tellen unité (ynite) vrouwelijk munteenheid unité monétaire eenheid van lengte unité de longueur het omrekenen van eenheden la conversion d'unités
2. zelfstandig onderdeel van een groter geheel unité (ynite) vrouwelijk een militaire eenheid une unité militaire
speciale afdeling van de Nederlandse politie die optreedt als er relletjes zijn la police antiémeute
3. g,mv. samenhang die je niet kunt delen unité (ynite) vrouwelijk een sterke eenheid vormen constituer une solide unité de eenheid van lichaam en geest l'unité du corps et de l'esprit
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.