echtgenoot

Vertalingen

echtgenoot

(ˈɛxtxənot)
zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud -noten

echtgenote

Ehemann, Gatte, Gemahl, Gespons, Mannhusband, spousemari, époux, compagnonesposo, cónyuge, maridoconsorte, marito, coniuge, omo, sposoزَوْج, زَوْجٌchoť, manželægtefælle, mandσύζυγοςaviomies, puolisomuž, supružnik夫, 配偶者남편, 배우자ektefelle, ektemannmałżonek, mążmarido, cônjugeмуж, супругmaka/make, manสามี, สามีหรือภรรยา, kocachồng丈夫, 配偶丈夫 (ˈɛxtxənotə) vrouwelijk meervoud -s
degene met wie je getrouwd bent
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.