duister

Thesaurus
Vertalingen

duister

(ˈdœystər)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud
1. licht plaats waar het donker is in het duister onder een schemerlamp zitten lezen
2. nog niets weten (over) De politie tast nog volledig in het duister over de oorzaak van de brand.

duister

dunkel, Dunkelheit, finster, trübedark, indistinct, murk, darkness, dimobscur, obscurité, sombre, touffu, confu, ténères, trouble, louche, obscurément, noir, nuageuxobscuro, oscuroobscuroтёмныйscurociemnyTmavýMørkTumma暗いMörk (ˈdœystər)
bijvoeglijk naamwoord
1. zonder licht een duistere nacht
2. onduidelijk een duister vermoeden hebben dat iets niet goed gaat
3. dubieus Dat is een duister zaakje.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.