bouw

Thesaurus

bouw:

bouwsectoropbouw,
Vertalingen

bouw

Anbau, Bau, Bildung, Erbauung, Kultur, Struktur, Züchtungbuilding, culture, structurestructure, construction, culture, bâtiment, chantier (de construction), style, économieκουλτούραculturaстройкаciviltà (bɑu)
zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud
1. keer dat iets wordt gebouwd de bouw van een huis
2. bedrijfstak van het bouwen in de bouw werken
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.