boei
Boje, Bakebuoy, shackle, fetterbalise, bouée, chaîne, fer, entraveعَوّامَة للإِرْشادbójebøjeσημαδούραboyapoijuplovakboaブイ부표bøyebojabóiaбуйbojทุ่นşamandıraphao浮标 (buj)
zelfstandig naamwoord meervoud -en1. voorwerp om iemands handen of voeten vast te binden
menotte (mənɔt) vrouwelijk in de boeien slaan menotter De demonstranten zitten met boeien vast aan het hek. Les manifestants sont attachés à la grille avec des menottes. 2. drijvende ton in vaarwater bouée (bue) vrouwelijk Boeien wijzen aan waar het diep genoeg is om te varen. Les bouées marquent le chenal de navigation.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.