bezetten
bekleiden, besetzen, einnehmen, in Anspruch nehmenoccupy, takeoccuper, envahir (bəˈzɛtə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd bezette , voltooid deelwoord heeft bezet
1. ruimte, plaats innemen
occuper (ɔkype) Sorry, deze stoel is al bezet. Excusez-moi ; ce siège est déjà occupé. 2. militair een gebied of ruimte veroveren en onder controle houden occuper (ɔkype) de bezette gebieden les territoires occupés
als protestactie het hoofdkantoor innemen occuper le siège social
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.