besturen

Thesaurus

besturen:

gezaghebbenleidinggeven, regeren,
Vertalingen

besturen

administrieren, beherrschen, dirigieren, führen, haushalten, herrschen, leiten, lotsen, regieren, richten, steuern, verwalten, wirtschaftensteer, administer, direct, govern, guide, manage, conduct, control, headup, keephouse, lead, pilot, restrain, rule, driveadministrer, conduire, diriger, gouverner, piloter, aboutir, mener, régner, surveiller, gérer, manoeuvrer, guider, manier, régir, volerκυβερνώdirigere, regolare (bəˈstyrə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd bestuurde , voltooid deelwoord heeft bestuurd
1. een voertuig laten rijden en in een bepaalde richting laten gaan een vrachtwagen besturen
2. leiding geven aan iets een gemeente besturen
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.