behoren
angehören, gehören, müssen, schicken, sich gehören, sollen, ziemen, zugehörenbefit, must, should, befitting, belongto, haveto, oughtto, belongappartenir, devoir, être décent, être obligéпринадлежатьdebbono (bəhorə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd behoorde , voltooid deelwoord heeft behoord
moeten volgens de regels devoir (devwaʀ) weten hoe men zich in het verkeer behoort te gedragen savoir comment il convient de se comporter sur la route
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.