achtervolgen
fahnden, nachzusetzen, verfolgen, jagenchase, persecute, pursue, prosecutepoursuivre, pourchasser, hanter, talonner, traquercazar, perseguirيُطارِدُpronásledovatjageκυνηγώjahdatalovitiinseguire追跡する추적하다jageścigaćperseguirпреследоватьjagaไล่ตามkovalamakđuổi追赶 (ɑxtərˈvɔlxə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd achtervolgde , voltooid deelwoord heeft achtervolgd
1. achter (iemand) aan rennen of rijden poursuivre (puʀsɥivʀ) De politie achtervolgt de betogers. La police poursuit les manifestants.
2. voortdurend lastigvallen poursuivre (puʀsɥivʀ) Zijn verleden blijft hem achtervolgen: het lukt hem maar niet een baan te krijgen. Son passé le rattrape: il ne réussit pas à avoir un emploi.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.