aanval

Thesaurus
Vertalingen

aanval

Anfall, Angriff, Anwandlungattack, access, aggression, fit, offensive, stab, seizureattaque, accès, assaut, crise, offensive, agression, bouffée, charge, raid, transportεπίθεση, αιφνίδια κρίσηنَوْبَةٌ مَرَضِيَّة, هُجُومútok, záchvatangreb, slagtilfældeataque, confiscaciónhyökkäys, tautikohtausnapadattacco攻撃, 発作공격, 발작angrep, beslagatak, napadataque, ataque repentinoатака, приступangrepp, konfiskeringการเป็นลมชักอย่างปัจจุบันทันด่วน, การโจมตีnöbet, saldırıcơn co giật, cuộc tấn công攻击, 发作атака攻擊התקפה (ˈanvɑl)
zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud -len
1. militair (gewelddadige) vijandelijke actie de aanval op een stad door de vijand
beginnen aan te vallen; vooruit gaan Drie wielrenners van die ploeg gingen in de aanval.
zelf initiatief nemen is beter dan afwachten
2. korte en hevige opkomst (van iets) een aanval van hooikoorts een woedeaanval
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.