rijden

Vertalingen

rijden

reiten, fahrenride, drive, travel, go, ridingaller, chevaucher, conduire, rouler, aller en véhicule, monter à bicyclette, monter à cheval, se déplacer, monter, patiner, piloter, qc), renverser (qn, transporter, marcher, équitationπηγαίνω, ιππασία, οδηγώandare a corsa, giro, equitazione, guidareرُكُوب, يَقُودُjízda na koni, říditkøre, ridningconducir, montaajaa, ratsastusjahanje, voziti乗馬, 運転する승마, 운전하다kjøre, ridningjadący konno, kierowaćconduzir, dirigir, equitaçãoводить, ездаköra, ridningการขี่ม้า, ขับata binme, sürmeklái xe, môn cưỡi ngựa驾驶, 骑术 (ˈrɛidə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd reed , voltooid deelwoord heeft, is gereden
1. voortbewegen op wielen langzaam rijden autorijden in twee dagen naar Madrid rijden
2. voortbewegen op een rijdier paardrijden Als kind heb ik wel eens op een olifant gereden in de dierentuin.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Collins Multilingual Translator © HarperCollins Publishers 2009
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.